Feyenoord wint arbitragezaak inzake herenakkoord over jeugdtransfers en hoeft geen tonnen te betalen
Feyenoord heeft een arbitragezaak tegen FC Utrecht over verschillende jeugdtransfers gewonnen. De arbitragecommissie heeft daarover bepaald, meldt journalist Tom Knipping van Voetbal International. De Rotterdammers hoeven toegestuurde rekeningen van bij elkaar in totaal 520 duizend euro voor het overnemen van jeugdspelers niet te betalen.
Feyenoord en Utrecht staan lijnrecht tegenover elkaar vanwege een conflict over jeugdtransfers. De clubs ruziën over het zogenoemde herenakkoord uit 2018 dat topclubs verbood elkaars talenten te benaderen.
Feyenoord nam in de zomer van 2023 een drietal jeugdspelers van de Domstedelingen over. Het ging om de inmiddels vijftienjarige Boaz Plantinga, Finn Baks (eveneens nu vijftien) en Zakaria Ouaissa (nu tien).
In een gentlemen’s agreement uit 2018 spraken clubs enerzijds af om elkaars talenten niet actief te benaderen, en anderzijds een vergoeding te betalen als dat toch gebeurde.
FC Utrecht stuurde een factuur van 520 duizend euro naar Feyenoord en verwees daarbij naar het gentlemen’s agreement. De Rotterdammers weigerden echter de knip te trekken en betaalden volgens de KNVB-reglementen slechts 244 duizend euro.
“FC Utrecht neemt een slachtofferrol aan”, zei Feyenoord vorige maand tijdens de zitting. “Intern kunnen we het verlies van talenten niet altijd opvangen, dus scouten we elders. FC Utrecht doet dat ook. Bijvoorbeeld door talenten te halen bij FC Dordrecht, Telstar en Vitesse. Het is eten en gegeten worden. FC Utrecht wil wel eten, maar niet gegeten worden.”
Thijs van Es, de algemeen directeur van FC Utrecht, noemde Feyenoord 'egocentrisch' en zei ook dat de club er 'de laatste jaren alles aan doet om de afspraken te ondermijnen’.
De arbitragecommissie publiceerde woensdag haar uitspraak en schreef onder meer dat het herenakkoord is bedoeld om een gedragsverandering teweeg te brengen en dat Feyenoord de afspraak heeft geschonden. De arbitragecommissie concludeerde echter ook dat het gentlemen’s agreement moet worden gezien als een morele afspraak die juridisch gezien niet bindend en niet afdwingbaar is.